Geplaatst op Geef een reactie

Ieder kind zijn eigen kracht: 3 tips voor STEM bij kleuters

STEM is een Engels acroniem voor Science, Technology, Engineering en Mathematics. Het is een vak waarbij aandacht is voor onderzoekend en ontwerpend leren en computationeel denken. We kennen STEM vooral in de lagere en de secundaire scholen, maar je kan ook met kleuters en STEM aan de slag. Op Thomas More Mechelen is STEM een keuzevak bij de derdejaars. 

Sandra Loyens is praktijklector Wiskundig denken, OW, Stem, Creatief denken en geeft je drie tips om als kleuterleerkracht met STEM aan de slag te gaan.

1. Vertrek vanuit een probleem

“Het is erg belangrijk om de verschillende stappen te respecteren wanneer je met STEM aan de slag gaat. Je start altijd vanuit het probleem. Zo wilt de klaspop bijvoorbeeld een kijkje onder water nemen, maar wil hij niet nat worden. Dat is het probleem. 

Eerst ga je met de kleuters op onderzoek: wat is waterdicht? Welke materialen houden er water tegen en welke niet? Welke materialen zijn dus waterdicht? Dan ga je ontwerpen: samen een duikboot maken met de juiste materialen. Je meet op hoe groot de boot moet zijn zodat de klaspop er zeker in kan. Wiskunde en wetenschap komen aan bod, maar ook techniek en ingenieurswerk. 

Wanneer het ontwerp klaar is, wordt het getest: eerst zonder en dan met de klaspop. Je kan een camera plaatsen in de boot, zodat de kinderen op de iPad kunnen meekijken wat de klaspop allemaal kan zien. Afsluiten doe je met de evaluatie: wat ging goed en wat kan beter? Dook er een nieuw probleem op waarmee je opnieuw aan de slag kan? 

Belangrijk is dat je echt al deze stappen volgt. Wanneer je start met te zeggen dat jullie een duikboot gaan maken, sla je het probleem en de onderzoeksfase over en mis je het denkproces. Dan ben je enkel creatief of beeldend bezig en niet STEM.”

2. Vertrek vanuit de leefwereld van het kind

“Kies een toegankelijke manier om met de kinderen aan de slag te gaan. Wij werken zelf vaak met een prentenboek. Zo kan je aan de hand van Roodkapje nadenken met de kinderen over een manier waarop de grootmoeder gewaarschuwd wordt als de wolf haar huis binnenkomt. Dat kan dan leiden tot het maken van een alarmsysteem bijvoorbeeld. 

Een andere manier om een onderwerp aan te brengen is via een gebeurtenis. Het licht in de klas is kapot. De kindjes merken dat de schakelaar niet meer werkt. Hoe komt dat? Hoe werkt een schakelaar, wat doet die? Samen doe je onderzoek naar techniek en elektriciteit om dan daarna een nieuwe schakelaar te ontwerpen bijvoorbeeld.”

3. Programmeren moet je leren

“Programmeren is niet iets dat kleuters meteen leren, je dient het hen in stappen aan te leren. Vaak kopen kleuterleerkrachten een Bee-bot of Blue-bot en zijn dan teleurgesteld als de kinderen na een tijdje hun interesse ervoor verliezen. Dat komt omdat ze het enkel als een speelgoedje zien en niet als een robot die hun bevelen uitvoert. Wil je hen écht uitleggen hoe programmeren werkt, dan moet je het stap voor stap aanpakken. 

Begin eerst met computationeel denken zonder robot. Daarvoor hebben ze ruimtelijk inzicht nodig. Wij raden bijvoorbeeld aan om met vakken op de grond te werken. Geef ze pijltjes in hout en geef hen de opdracht een weg af te leggen. Hoeveel vakken moeten ze daarvoor vooruit doen? Wanneer moeten ze draaien? Leg hen uit dat een weg bestaat uit de opeenvolging van verschillende stappen. Zorg dus voor hulpmiddelen met concreet materiaal. Pas daarna ga je met de robot zelf aan de slag.”

“Het is zo mooi om te zien hoe STEM bij kleuters kan groeien. Kleuters geraken ook steeds geinteresseerder in meer en moeilijker. In STEM zit zoveel, dat maakt het ook zo boeiend. Je ziet ook dat kleuters zich kunnen uitleven in datgene waar ze goed in zijn. Voor sommigen is dat onderzoeken, voor anderen ontwerpen: iedereen is wel ergens goed in. Dat geeft hen zelfvertrouwen en brengt het talent van ieder kind naar boven. Ik kan het iedere kleuterleerkracht aanraden!” 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *